Skip to main content

De uitdaging van duurzaamheid in aanbestedingen – 1 van 3

Duurzaamheid is een begrip dat veel de aandacht krijgt. Overal hoor je mensen praten over groen worden, milieuvriendelijk zijn en de planeet willen redden. Het is geweldig om te zien dat duurzaamheid steeds belangrijker wordt, ook in aanbestedingen. Maar laten we eerlijk zijn, het is niet allemaal rozengeur en maneschijn. Er zijn behoorlijk wat uitdagingen.

Opdrachtgever en opdrachtnemer begrijpen elkaar niet
Als we het  gechargeerd zeggen spreken opdrachtgever en opdrachtnemer niet helemaal dezelfde taal. Opdrachtgever heeft torenhoge ambities maar heeft specifieke potjes/budgetten tot haar beschikking die precíes ergens anders aan uitgegeven worden. Opdrachtnemer heeft een resultaatgerichte aanpak, sluit graag aan als er actie genomen kan worden. Opdrachtgevers leggen de nadruk op ambities en duurzaamheidsdoelstellingen, terwijl opdrachtnemers vaak gefocust zijn op het leveren van het gevraagde werk binnen de gestelde deadline en het budget.

Ambiteuze duurzaamheidsdoelstellingen
Het is geen geheim dat duurzaamheidsdoelstellingen vaak ambitieus zijn. Het lijkt erop dat sommige bedrijven en organisaties te snel zijn met het roepen dat ze duurzaam zijn; als het erop aankomt kunnen ze die beloftes niet waarmaken. Als phbm zien we dat terug in aanbestedingen. Het zeggen van wat je gaat doen en het doen naar wat je hebt gezegd wordt toch niet altijd behaald. Ondanks de goede bedoelingen van beide kanten. Tijdens de inschrijvingen worden door beide partijen toezeggingen gedaan, bijvoorbeeld het inzetten van bepaald duurzaam materieel. Echter, in de praktijk blijkt dit niet haalbaar te zijn door bijvoorbeeld te grote investeringen of locatie-specifieke beperkingen. Dit kan leiden tot teleurstelling en wantrouwen bij de betrokkenen.

Realistische verwachtingen scheppen
Het is van belang dat realistische doelen worden gesteld. Het is maar de vraag of de beloften die jij als aannemer maakt ook net zo waardevol worden gezien door de opdrachtgever op dat project. En bovendien dat vanuit opdrachtgevers de verwachtingen concreet zijn geformuleerd zodat de opdrachtnemer weet wat hen te verwachten staat. Opdrachtgever kan dan specifiek antwoorden waar wel en niet aan voldaan kan worden. Het is een taal- en verwachting barrière die dan speelt. En de (goedbedoelde) haast om aan de slag te kunnen. Door op het juiste moment het gesprek met elkaar aan te gaan, en de vraag achter de vraag te ontdekken, worden realistische verwachtingen geschapen. Ook al krijgt het begrip duurzaamheid steeds meer aandacht, de definitie blijft onduidelijk voor de partijen.

Geen one-size-fits-all
De complexiteit van duurzaamheidskwantificering kan een uitdaging zijn, maar we laten ons niet ontmoedigen. Het is belangrijk om te erkennen dat duurzaamheid geen one-size-fits-all benadering is. Elk project, elke locatie en elke maatregel is uniek en vereist aangepaste criteria. We moeten streven naar standaardisatie waar mogelijk voor kennisoverdracht en tijdefficiëntie. Maar altijd uitgaan van flexibiliteit en innovatie.